Bezinning

28 maart 2020

We hebben de schutting in de tuin af. Van boven tot onder en van links naar rest wit geschilderd. Wegenwit, stinkt als een gek dat goedje, maar het blijft er voorlopig wel opzitten zeiden ze bij de doe-t-zelf.

We hebben iedereen inmiddels wel eenmaal ge-appt, gebeld of een kaart gestuurd.

En dan is het ineens al dagen stralend weer. Frisjes, maar uit de wind al snel goed warm.

Normaal gesproken zouden we naar Hilvarenbeek fietsen om ma te bezoeken. Meenemen naar een terras, of een rondje wandelen rond het ouderen complex waar ze woont. Kan niet, mag niet, is verboden.

Ze heeft zich er bij neergelegd. Sprak ma vorige week nog van ‘het lijkt in de verste verte niet op de oorlog’. Daar komt ze nu van terug met dat huisarrest.

‘We mogen zelfs niet in de binnentuin’, kreeg ze te horen. En dat net nu de zon iedere dag schijnt! Dat valt zwaar voor een buitenmens, die van de dokter juist veel moet bewegen.

Met onze partij hebben we besloten leden te bellen. Luisteren of ze hulp nodig hebben, of ze niet verpieteren. Dat valt reuze mee, merk ik. De meeste oudere leden redden zich bijzonder goed. Ze hebben een fijne familie, goede buren en gelukkig zijn ze vaak nog samen met een partner, die ook gezond is. Om en om boodschappen doen, of een lieve neef die even langskomt en naar de super rijdt.

De alleenstaanden hebben het op momenten zwaar. Dat merk je aan de telefoon. Als de kinderen ver weg wonen, niet mogen reizen of een verkoudheidje hebben met een loopneus, zit pa alleen voor zich uit te staren.

‘Maar misschien dat de wereld nu eindelijk gaat beseffen dat we totaal verkeerd bezig zijn’, verzuchtte een voorheen gestaalde vakbondsman. Dat hoor ik vaker om me heen. Allemaal een stapje terug, nadenken over hoe nu verder.

Idealistisch, te idealistisch bedacht, omdat ik nu al lees hoe sommige rijken met een flink aandelenpakket al weer tonnen per week winst binnenharken door op de beurs een koop- en verkoopspelletje te spelen met hun goed gevulde portefeuilles.

De postertekst van Loesje blijft intussen mooi: ‘De natuur is zich aan het bezinnen of de mens mag blijven……’

Complotgedachten zijn momenteel populair. Bij de glasbak voerden wij met drie mannen deze week een leuke discussie over de maatregelen van dit kabinet. Hoe ons land via corona wordt voorbereid op een toekomst met structureel ingeperkte vrijheden. Als we dit pakket coronamaatregelen als samenleving kunnen accepteren, dan zijn er vast nog wel meer strikte beperkende regels te verzinnen, heette het tijdens ons wegwerpen van statiegeldloos glaswerk. Een totaalverbod op roken, vanwege de grote maatschappelijke last en de enorme claims op de gezondheidszorg was zo bedacht.

Na de landelijke en internationale politiek belandden we in het heerlijke zonnetje op recente lokale besluitvorming. De voorgenomen bouw op het Pieter Vreedeplein maakt een van van ons permanent bijzonder boos. ‘Schandelijke vriendjespolitiek, smerige trucs’, vond hij.

Direct daarop volgde een gezamenlijke woede over de plannen met Wijkevoort: hoe ze het in hun hoofd halen om dat schaarse groen te verkwanselen. ‘Daar moeten alle weldenkende partijen toch voor gaan liggen?’ Ik gaf ze volmondig gelijk, op 1,5 meter afstand.

Zo’n COVID-19 crisis leidt bij velen tot stress, onvrede, niet te beteugelen hebzucht en hamstergedrag, angst, onbegrip en zelfs boosheid.

Mooi is echter daarnaast de bezinning, de rust in de stad en het langzame besef dat bij veel mensen doordringt dat niet alle rijkdom en verworvenheden in ons dagelijkse bestaan vanzelfsprekend zijn.

Wij kunnen in ons landje nu even niet zomaar naar buiten, naar het strand, het terras of boodschappen doen. Of bij iemand op bezoek.

In sommige landen is dat al jaren de dagelijkse praktijk.

En niet vanwege een stom virus.