30 april 2021

Essay Joshua Paas – Dag van de Arbeid

Voor de Dag van de Arbeid heeft ons lid Joshua Paas een essay geschreven met de titel ‘Reuzen’:

Reuzen

Bart van Pelt.

Als kind van de 21e eeuw moest ik even Googelen naar de beste man. Rinkelt er bij jou ook geen belletje bij het horen van de naam van deze niet-meer-zo-bekende Tilburger? Of ben je misschien een ervaren partijrot, voor wie 1 mei weer de aanleiding is om jezelf weer eens te aarden in onze gedeelde geschiedenis?

Ga je gang, Google hem ook maar even, deze tekst gaat nergens heen.

Toen ik het deed zag ik direct een plaatje van de Tilburger in kwestie. Een foto van een gedegen man met een vriendelijke glimlach, in een statig pak met das. Zwart-wit. Verstopt tussen de kleurrijke kiekjes van moderne mannen met even strak gelikte kapsels, de een met een bril, de ander met een golfclub in de handen. Zou die sport in 1920 al hebben bestaan?

Ik klik door en wordt geconfronteerd met een oorsprongsverhaal die niet onderdoet voor die van de superhelden uit het Marvel universum (ach ja, overdrijven is ook een vak). Een heus drama ontvouwt zich voor mijn ogen. Een propagandist voor ‘de rooien’, die zich niet liet neerzetten als slachtoffer van de verzuiling. Leider van de vakbeweging in onze stad. “Tilburgs eerste socialist”, de founding father van onze eigen club. Het blijkt allemaal niet zo zwart-wit als zijn beeltenis in pixels.

Als ik nu om mij heen kijk zie ik een samenleving die radicaal anders voelt dan diegene van de inmiddels ruime eeuw geleden waar deze gebeurtenissen zich ontvouwden. De gebeurtenissen waardoor wij Bart zijn nalatenschap ieder jaar op deze dag van de arbeid herdenken. Informatie ligt nu onder onze vingertoppen. Wíj mogen geloven wat we willen, prediken en propaganderen wat we willen. Ons sociale leven speelt zich meer dan ooit af in pixels, nu uit saamhorigheid, maar steeds vaker uit vrije wil.

Toch is deze vergelijking niet zo zwart-wit. Is onze tijd écht zo anders als de tijd van Bart? In de tijd van Bart transformeerde de Nederlandse politieke identiteit. Losse groeperingen mannen, ja, toch vooral mannen, waren niet langer ‘de socialisten’, maar de ‘SDAP’. Identiteit werd onlosmakelijk verbonden met het politiek bestel. Bart ervaarde dit rechtstreeks, een vrome katholiek kon in die tijd ‘toch immers geen socialist zijn?’.

Waar Bart ‘het schuifke’ kreeg (ook dit moest ik even Googelen) van de katholieke kerk omdat hij socialist was, hebben wij de moderne variant: ‘blokkeren’, ‘rapporteren’, ‘negeren’, ga zo maar door. Het is voor ons o zo gemakkelijk om uit niet uit onze comfortzone te hoeven stappen, want met één druk op de knop is de nare mening, POEF, verdwenen: het digitale schuifke. Als je niet oppast, dan is je Facebook tijdlijn binnen de kortste keren nog zwart-witter dan de foto van Bart.

Tegelijkertijd zijn we steeds afhankelijker van die informatie onder onze vingertoppen. “Akkumuliert! Akkumuliert! Das ist Moses und die propheten!” Marx’ subtiele uitleg dat consumeren in de moderne maatschappij verheven is tot doel an sich. En dat is het hem nu juist hé. Dat consumeren van informatie. Ik proef het om me heen. Mensen die niet op zoek zijn naar een standpunt op basis van wat ze zien, ervaren, en voelen in het leven, maar informatie filteren op basis van of het bij hun standpunt past. Politieke vrienden die met een milde monomanie door feeds scrollen: stel je voor, je krijgt dé Haagse update van de dag pas bij het achtuurjournaal. Onze bestuurders in het hart van de macht, die daardoor meer bezig zijn met beeldvorming dan besturen, meer met traineren dan informeren, meer met dienstverlening dan dienstbaar zijn.

We horen verder te kunnen zien dan onze voorgangers, maar ik betwijfel of we dat nu doen. Te vaak blijven we hangen in politiek hobbyisme, passief delen en liken zonder een daadwerkelijk verschil te maken. We weren mensen omdat ze van mening verschillen, graven onszelf dieper weg in virtuele loopgraven. Voeren we pixelpolitiek, in plaats van te kijken naar het volledige plaatje?

Misschien verwacht je nu een klapstuk van wijsheid. Vertelt je buik je dat er in de verhaalboog nu een climax zou moeten volgen. Een ‘truth-bomb’ waar je ú tegen zegt. Sorry, ik moet je teleurstellen, die is er niet (denk ik). Dit is slechts een beschrijving van de kleur die míjn online zoektocht naar Bart van Pelt toevoegde aan het plaatje. Mijn spiegeling op hoe het verhaal van Bart eigenlijk net zo goed een Tilburgs verhaal van de 21e eeuw had kunnen zijn. Hoe zijn nalatenschap mij een lens geeft om te kijken naar de samenleving waarin ik mij bevind.

Kan ik je na mijn zoektocht vertellen wie Bart van Pelt is? Nee. Wat hij betekend heeft voor de mensen van onze gemeente? Nee. Hoe belangrijk hij is geweest voor onze lokale PvdA? Nee. Ik weet zeker dat je die informatie wel gewoon online kunt vinden.

Maar wat je niet op het internet kunt vinden zijn je eigen reflecties. Jeweetwel, dat harde, moeizame denkwerk wat je soms moet doen om een touw vast te kunnen knopen aan je dagelijkse ervaringen. Misschien lees jij nu al wel 834 woorden lang dingen die totaal geen weerklank oproepen, want ja, reflectie doe je toch vooral zodat je er zelf wijzer van kan worden.

Ik daag je daarom uit: slenter zelf eens door het nalatenschap van Bart van Pelt. Kijk wat verder dan de eerste indruk van die foto. Als er één ding is wat ik van mijn zoektocht naar Bart heb geleerd, is het dit: ieders verhaal doet ertoe. Dat gaat niet over klasse, sociaal-economische status of religie. Dat gaat over de momenten waarop jij ervoor koos om niet het schuifke te geven, maar je strijdbaar te tonen. Voeg je eigen kleur toe aan het verhaal. Misschien dat er dan over honderd jaar wel iemand jouw nalatenschap moet googelen.