Ingezonden stukken verkondigen niet per definitie het officiële standpunt van PvdA Tilburg, maar we delen graag de ideeën en standpunten van onze leden met jullie!
Op het zelfde moment dat de politie het stadspark ontruimt, wendt Arend Jan zich naar zijn vriend.
‘Nog een witte, of gaan we aan de rode Barend’, vraagt hij met een lach.
‘Doe nog nog maar een witje. Ze vallen lekker’, antwoordt de gast, die zich eens loom uitrekt. ‘Geen beter leven dan een goed leven, toch?’ De twee mannen zitten op het zonovergoten terras in de ruime achtertuin van Arend Jan.
‘Toch goed dat we dat advies zo hebben uitgebracht, vlak voor de verkiezingen Barend. Eerst even laten aansturen op versoepelingen en dan weer de maatregelen laten aanscherpen.’ ‘Ja, onze club is in elk geval weer de grootste geworden.’
Het park loopt leeg. Onder protest.
Gezinnen met kleine kinderen vouwen de kleedjes in, ouderen pakken de campingstoeltjes op en een grote groep jongeren loopt in ganzenpas naar de uitgang.
‘Waar willen jullie dat we heen gaan?’, vraagt een ‘brutaaltje’ aan een agent.
‘Naar huis. En wel direct’, gelast hij.
‘Weet je wel hoe heet het op die kamer is?’, reageert hij. ‘En hoe klein?’
‘Niets aan te doen. Regels zijn regels. Het is hier te druk. Nu naar huis, of ik slinger je op de bon.’
De twee mannen hebben inmiddels een vuurkorf aangestoken.
‘Het kan fris worden’, verklaart Arend Jan. ‘Als de zon onder gaat, koelt het ineens hard af.
Barend knikt. Hij nipt nog eens van zijn glas en prikt in een olijf.
‘Snap jij die kritiek op het vaccinatieprogramma?’
Arend Jan schudt het hoofd. ‘Deels, niet helemaal.’
‘Eerst de oudere kwetsbare groep vaccineren, maar daarna is het voor veel mensen onduidelijk geworden. Voor mij ook’, zegt Barend.
‘Als ik kijk naar de zwaarst getroffen bevolkingsgroepen’, gaat hij verder, ‘dan zouden nu toch de mensen met de laagste inkomens aan de beurt moeten
zijn?’
Arend Jan kijkt verbaasd naar zijn vriend. ‘Waar haal je dat ineens vandaan?’
‘Uit een vorige week gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek. Armen worden tweemaal harder getroffen dan de mensen met een hoger inkomen en een betere opleiding.’
Arend Jan haalt zijn schouders op. ’Armen hebben door de decennia heen altijd al een slechtere gezondheid gehad. Zij worden inderdaad vaker ziek en gaan eerder dood dan de hogere klasse. Dus dat is niets nieuws. Daar hoef ik geen onderzoek voor te doen.’
Barend is perplex.
Hij steekt zijn glas naar voren.
‘Doe me nu maar een rode.’
Op een pleintje in het centrum zit rond een boom een groep jongeren. Ze hebben hun laatste flesjes bier meegenomen uit het park. De mon
dkapjes hangen slordig uit de jaszak. Aan het einde van de straat nadert een bekende auto.
‘Wat doen we? Rennen?’
‘We hebben nog 10 minuten’, zegt een ander.
De twee handhavers stappen uit.
‘Jongelui. Tijd om naar huis te gaan’, zegt de langste van de twee.
Hij heeft zijn raampje omlaag gedaan.
‘We wonen hier aan het plein meneer. Dertig seconden en we zijn binnen.’
‘Prima, maar geen feest. Dat weet je’, zegt de handhaver. ‘Gewoon netjes binnenblijven.’
Arend Jan schenkt zijn vriend een rode wijn in.
‘Ik haal even het eten uit de oven’, zegt Arend Jan. ‘Je hebt het toch niet te koud, wel?
‘Nee hoor, gaat prima zo.’
‘Drinken we straks binnen nog een borreltje. Dan het mandje in. Het vrouwtje heeft je bed gedekt voor ze vertrok.’
Barend lacht. ‘Goed geregeld vriend.’
‘Ja, het is weer net als vroeger. Onze ouweheren zouden trots zijn. Zij hielden de Tilburgse arbeiders arm, de katholieke kerk hield ze dom.’
Arend Jan schatert.
‘Onze politieke vrienden regelen het nu voor ons soort mensen.’
‘En de massa slikt het nog ook. Honderden miljoenen in het centrum van de stad steken, onder het mom dat het ten goede komt aan alle Tilburgers.’
Arend Jan knikt instemmend. ‘We geven ze natuurlijk wel zo nu en dan een presentje, vriend.’
‘Zoals?’
‘Wilde bloemen langs de haven’, giert Arend Jan. ‘Zijn we gelijk van al die jongeren af langs de kade.’