Een tijd terug spraken we Bea Mieris over haar rol als raadslid bij de PvdA Tilburg. Nu gaan we langs bij Aziza Aboulkacem. Aziza is afgelopen jaar gestart als raadslid voor de PvdA. We spreken haar bij MOOD – waar ze werkt als gastvrouw – onder andere over hoe ze bij de PvdA terecht gekomen is, en hoe ze het werk als raadslid vindt.
Hoe ben je in aanraking gekomen met de politiek?
“Nou, bij mij is het eigenlijk heel bijzonder verlopen. Ik kón niks met de politiek doen omdat ik ambtenaar was, maar in alle eerlijkheid had ik hier ook geen interesse in. Van 2008 tot eind 2020 werkte ik namelijk voor verschillende burgemeesters. Eind 2020 was ik ambtenaar af, en in januari 2021 ben ik lid geworden van de PvdA. Ik ben geen lid worden met het voornemen om politiek echt iets te doen. Ik wilde eigenlijk gewoon lid worden. Dat heeft er wel voor gezorgd dat ik in aanraking kwam met verschillende mensen van de partij. Ik sprak met ze over politiek, maar eerder over een actief worden of vrijwilliger worden.”
Kan je meer vertellen over wat je voor je raadswerk hebt gedaan?
“Mijn laatste baan was bij de Gemeente Tilburg als ambtenaar. Daar ben ik 13 jaar persoonlijk assistent geweest van vier burgemeesters: Ruud Vreeman, Ivo Opstelten, Peter Noordanus en Theo Weterings, de huidige burgemeester. De andere kant van het politieke, zeg maar. Daarnaast ben ik ook al 13 jaar ‘babs’, oftewel buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand. Dat ben ik gewoon blijven doen. In die rol sluit ik een huwelijk in Tilburg als basis en verder in geheel Nederland. Tijdens Corona ben ik bij Dela betrokken geraakt. Die hebben mij gevraagd of ik ook bij uitvaarten wilde spreken. Dat doe ik nu ook alweer 2 jaar.”
Heeft je rol als assistent van burgemeesters “geholpen” bij je rol als raadslid?
“Ik denk ergens van wel, omdat je de organisatie beter kent. Tegelijkertijd is het ook een handicap, want je mag er niks mee doen. Het is niet de bedoeling dat je als oud-ambtenaar alle ingangen inzet die je van die tijd kent, en rechtstreeks contact hebt met ambtenaren. Ik heb steeds meer grip over hoe het raadslidmaatschap werkt, maar ik zit nog steeds in de verkennende fase van raadslid.”
Waar staat de PvdA voor je voor? Waarom heb je specifiek voor de PvdA voor?
“Als ik aan de PvdA denk, dan denk ik aan mijn vader. Mijn vader is op zich geen uniek geval; hij was een van de vele gastarbeiders die uitgenodigd is om vanuit Marokko in Nederland, in Tilburg te komen werken. We zitten hier nu vlak bij het station tijdens dit interview, en hij is daar zo’n 55 jaar geleden aangekomen na een achtdaagse treinreis. Mijn vader is voor mij echt de kenmerkende reden om de PvdA te kiezen. Mijn vader was een hele sociale man, die van iedereen en alle culturen hield. Nooit cynisch, en altijd hard werken. Daar staat de PvdA voor mij ook voor. Voor mij is mijn vader de PvdA.”
Wat heb je in je eerste jaar al kunnen doen in de politiek?
“Goeie vraag! Ik denk niet elke dag of elke week na over wat ik bereik. Ik ben gewoon ‘ongoing’ en ik vind het raadswerk keileuk. Als ik specifiek iets moet noemen, dan noem ik graag de aandacht die ik op de achtergrond vraag voor femicide, de gezondheid van jongeren en de zelfmoorden onder jongeren. Dit probeer ik bespreekbaar te maken, of houden.
Wat zijn je speerpunten voor de aankomende drie jaar? Wat wil je nog oppakken?
“Waar ik de komende periode naar uitkijk is om het verzorgingshuis voor gastarbeiders verder uit te werken. Dat gaat er ook echt komen, daar heb ik vertrouwen in. Daarin zit ook weer een link naar mijn vader. Mijn vader was voor mij de reden om dit op te pakken. Hij leeft helaas niet meer, maar vóór zijn overlijden heeft hij 2 jaar gesukkeld met zijn gezondheid. Ik had toen erg veel moeite met het vinden van een locatie waar hij goed verzorgd kon worden. We hebben het thuis proberen te doen voor hem, en dat hebben we ook echt wel een tijdje volgehouden. Door huisaanpassingen, een alarmknop, poetshulp regelen, van alles. Op een gegeven moment is het heel erg zwaar om je eigen vader te moeten verzorgen. Dat kost je lichamelijk heel veel moeite, maar juist ook op emotioneel vlak. Het keerpunt was daar toen hij niet meer thuis mócht wonen. Toen moesten we op zoek naar een passend verzorgingshuis.
We hebben hem toen naar een verzorgingshuis gebracht, en daar miste mijn vader het persoonlijk contact. Hij was boos dat we hem daar neer hadden gezet, en we hebben hem daar dus eigenlijk direct weggehaald. We zochten verder naar een passendere oplossing, waar ook hij met zijn cultuur en taal – door zijn vasculaire dementie viel hij terug naar de Franse en Marokkaanse taal – op zijn plek zou zitten. Toen hebben we in Boxtel een verzorgingshuis gevonden dat een afdeling heeft voor Turkse en Marokkaanse gastarbeiders heeft. Dat was voor mijn vader ideaal; ze hadden daar een bazaar met een Turkse hoek, een Marokkaanse hoek. Er was een Egyptische kok die rekening hield met het eten. Er stond andere soort muziek op. Dat creëert een gevoel van herkenning en hielp aan zijn gemoedstoestand.
Mijn vader overleden is in 2015 overleden, en toen dacht ik: ik moet echt voor alle gastarbeiders die nog komen gaan iets bedenken. Toen heb ik met verschillende contacten uit mijn netwerk vragen gesteld. Iemand die het gaat bouwen heeft een locatie gevonden, en degene van wie de grond is heeft het beschikbaar gesteld. Hij gaat het bouwen, en we moeten alleen nog wachten op goedkeuring van de gemeente. Op dit moment wordt de locatie ook gebruikt voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Als je aan mij na vier jaar vraagt wat ik heb kunnen betekenen, is dit het belangrijkste.”
Heb je nog andere speerpunten voor de komende drie jaar? Wat wil je nog oppakken?
“Ik wil heel graag het onderwerp vrouwenmoord, ofwel femicide voort zetten en bespreekbaarder maken. Daar rust nog wel een taboe op. Vrouwen worden daarbij door hun partner of een bekende in hun omgeving om het leven gebracht. Helaas is dat een steeds groter wordend probleem.
De mentale zorg voor jongeren wil ik ook aankaarten. Er spelen veel problemen onder jongeren, wat soms kan leiden tot zelfmoord. Dat zie ik bij mijn werk bij Dela ook, en dat raakt me heel erg. Daar wil ik graag meer aandacht voor vragen.
Een ander onderwerp wat ik oppak is de ouderen, waaronder dus het verzorgingshuis voor gastarbeiders. Maar niet alleen dat. Ook het verbeteren van de zorg voor alle ouderen in onze stad vind ik belangrijk. Samen met Rita (burgerraadslid, red.) kijk ik naar mogelijke zorgbuurthuizen die er zouden kunnen komen. Het verbeteren van de WMO vind ik ook belangrijk.”
Wat zijn je taken en bezigheden als raadslid? Hoe ziet een werkdag eruit?
“Voor mij begint het raadswerk eigenlijk op zondag. Op die dag begin ik met lezen van de stukken. Want op maandag vinden alle commissievergaderingen, debatten en raadsvergaderingen plaats. Op dinsdag is onze eigen fractievergadering. De maandag en dinsdagmiddag werk ik dan ook niet hier bij MOOD of ergens anders, omdat ik het heel belangrijk vind om me op het raadswerk te kunnen focussen op die dagen.
Maar ik merk ook dat ik het raadswerk niet kan indelen in bepaalde dagen. Ik zie het raadswerk eigenlijk elke dag wel terugkomen; iedere dag krijg ik wel appjes of mailtjes. Die ga ik niet pas zondag of maandag beantwoorden. Je bent raadslid, dus als een burger ergens mee zit of iemand signaleert iets, ga ik niet zeggen ‘daar kom ik maandag op terug’. Het is natuurlijk ook geen 24/7-baan, want ik doe er ook veel naast. Wel is het zo dat je met drie fractieleden in de raad alle portefeuilles moet verdelen, dus je bent drukker dan grotere fracties.”