In de reeks interviews met raadsleden spraken we eerder al Bea en Aziza. Nu is het de beurt aan fractievoorzitter Stefan Jansen om bevraagd te worden over zijn idealen, inzet en rol als fractievoorzitter van de PvdA Tilburg.
Hoe ben je in aanraking gekomen met de politiek?
“Ik was al heel jong geïnteresseerd in wat er gebeurt in Tilburg, en wat de mensen die bezig zijn met het besturen van de stad doen. Ik wilde zelf ook bijdragen aan het socialer en mooier maken van de stad. Toen ben ik in contact gekomen met wethouder Jan Hamming bij een aantal projecten. Hij zei: ‘je moet eens kijken of de politiek ingaan ook iets voor jou is’. Ik heb toen een open ronde gemaakt langs partijen. Ik wist al wel dat ik links was, met een sociaal hart. Ik ben gaan kijken bij de SP, GroenLinks en de PvdA. En uiteindelijk heb ik de keuze voor de PvdA gemaakt. Dit jaar ben ik alweer 20 jaar lid van de PvdA. In september 2003 ben ik lid geworden, de week na mijn 18de verjaardag.”
Waarom werd het de PvdA?
“Het was een combinatie van inhoud en personen. Ik kende al een aantal personen binnen de Tilburgse PvdA. Hun manier van politiek bedrijven stond me heel erg aan. Heel proactief en dichtbij mensen. Op inhoud was er aandacht voor de grote vraagstukken, maar ook voor kleine zaken in de wijken. Ik zit in de politiek voor de sociale en menselijke kant. Dat voelde ik ook sterk bij de PvdA. Denk aan armoedebestrijding, gelijke kansen en mee kunnen doen in de maatschappij.”
Waar staat de PvdA voor jou voor?
“Op inhoud staat de PvdA voor mij echt voor zorgen voor mensen, maar ook steeds meer voor de natuur. Je hard maken voor zaken daar waar het nodig is en het niet vanzelfsprekend is dat er voor wordt opgekomen. Dat kan gaan over mensen die fysieke of mentale zorg nodig hebben, in de schulden zitten of werkloos zijn, maar ook over natuur die onder druk staat. Zaken die vaak tegen de stroom van het systeem in gaan. Daar staat de PvdA echt voor. Maar ook de vorm van politiek bedrijven waar de PvdA voor staat is belangrijk voor mij. Dichtbij mensen, en met mensen samen. De koffiegesprekken, de wijkcentra bezoeken, en mensen die je mailen of bellen serieus nemen. Aanspreekbaar en dichtbij zijn dus.”
Wat doe je naast je raadswerk?
“Vroeger deed ik 20 dingen tegelijk. Tegenwoordig is het echt kiezen. Dus mijn gezin, werk en raad zorgen alle drie bij elkaar voor het overgrote deel van de uren van de week. Daarnaast sport ik twee keer in de week en ga ik regelmatig met vrienden leuke dingen doen. Maar in normale weken gaat het overgrote deel naar het raadswerk, mijn betaalde baan en het gezin.”
Wat voor werk doe je?
“Ik ben advocaat bij het Tilburgse advocatenkantoor De Voort Advocaten en Mediators. Ik ben gespecialiseerd in het arbeidsrecht, privacyrecht en het medezeggenschapsrecht. Ik sta werkgevers, werknemers en ondernemersraden bij met juridische kwesties. Dat doe ik drie dagen in de week. Vanwege het raadslidmaatschap ben ik bewust teruggegaan naar drie dagen, zodat ik het raadswerk niet alleen in de weekenden of avonden hoef te doen.”
Wat zijn je speerpunten voor de aankomende drie jaar? Wat wil je nog oppakken?
“We hebben heel veel dingen nu in gang gezet op verschillende thema’s, die vaak wel een raadsperiode van vier jaar nodig hebben voordat ze echt nieuw beleid opleveren en mensen het in de stad aan de uitvoering merken. Eén thema is bijvoorbeeld energiearmoede. We gaan meer woningen isoleren. Daarmee willen we zorgen dat lage en middeninkomens mee kunnen doen aan de energietransitie en daarmee pakken we de energiearmoede aan. Dat zal de komende jaren op gang komen, waarbij er begonnen wordt met 895 woningen in Wandelbos. Ook de witgoedregeling is hier een goed voorbeeld van.
We hebben ook gezegd dat de armoederegelingen veel eenvoudiger en transparanter moeten worden. Dus van een bos waarin je verdwaalt, naar een omgeving die makkelijker te gebruiken is voor mensen, en waarbij het eenvoudiger wordt om te zien waar je recht op hebt. Er zijn een aantal regelingen waarvan het gebruik erg laag is, terwijl mensen ze wel echt nodig hebben.
Op het gebied van de arbeidsmarkt willen we zo veel mogelijk mensen laten landen op de arbeidsmarkt of op andere plekken waar ze sociaal van waarde van zijn en ook eigenwaarde creëren. Of dat nou in de vorm van vrijwilligerswerk is, of mantelzorg, of een basisbaan waar we mee bezig zijn, of een reguliere baan. Ook op dat gebied is een aantal zaken in gang gezet, om dus voor elkaar te krijgen dat zo veel mogelijk mensen gezien worden en meedoen. Daar blijven we de komende jaren dus ook scherp op toezien.
Als laatste onderwijs: er zijn heel veel eenmalige gelden vanuit de overheid gekomen voor het onderwijs. Daar zijn veel goede dingen uitgekomen, maar dat moet structureel worden om ervoor te zorgen dat ieder kind een rijke schooldag heeft. En daarbij gaat het om meer dan alleen leren, maar ook om natuureducatie, techniek, muziek, sport en cultuur. Bovendien moeten we meer investeren in de voorschoolse of naschoolse opvang, voor alle kinderen. Een schooldag met veel activiteiten dus. Voor ieder kind, en niet alleen als je ouders werken of een vrijwillige ouderbijdrage kunnen betalen. Ook daar blijven we scherp op.
Vooral voor deze thema’s zal ik me inzetten om successen binnen te halen die we in ons verkiezingsprogramma hebben opgeschreven. Soms gaat dat snel, maar soms moet je volhouden om te zorgen dat Tilburgers er echt wat van merken en dat er tempo gehouden wordt.”
Wat doe je als raadslid? Hoe ziet een werkdag eruit?
“Ik heb twee dagen in de week als raadslid. Dat zijn mijn maandagen en donderdagen. Op maandagochtend sport ik nog, en daarna start de raadsdag. Vaak met veel overleggen op het Stadhuis om als politiek met elkaar te kijken wat er aan komt en hoe we er in zitten. Vaak begin ik op maandag om 10 uur, en eindigt de dag in de avond ook rond 10 uur. Dan ben ik voornamelijk op het stadhuis geweest.
Donderdagen zijn mijn ‘wijkdagen’. Dan loop ik politieke stages bij organisaties, heb ik koffiegesprekken met inwoners, voer ik gesprekken met mensen die mij meer kunnen vertellen over onderwerpen die op de agenda van de raad komen. Op dinsdagavonden hebben we fractievergaderingen. Dan kijken we echt wat we als PvdA van onderwerpen vinden en hoe we onze leden, kiezers en de Tilburgers daar bij kunnen betrekken, Buiten deze dagen heb ik vaak nog uitnodigingen van activiteiten en bijeenkomsten waar ik naartoe ga.”
Je had het al even over politieke stages. Waarom doe je die, en wat was je leukste politieke stage?
“Bij gebrek aan tijd heb je snel de neiging om alleen even te bellen met iemand of even heel kort bij elkaar te komen. Omdat je dan in korte tijd de informatie krijgt die je denkt nodig te hebben. Maar daarmee krijg je niet een uitgebreide indruk van een organisatie, proces of thema. Daarom loop ik minimaal één keer in de maand een halve of hele donderdag stage. Dan draai ik ook echt mee met mensen in de uitvoering, dus niet met bestuurders of strategen. Of dat nou bij de BAT achter op de vuilniswagen is, bij de politie, in de hagelslagfabriek van Delicia, of voor de klas op een basisschool. Ik loop dus mee met de mensen die echt op de werkvloer bezig zijn. Dan hoor je ook veel over wat er speelt, op een heel andere manier dan dat je het uit beleidstukken haalt.
Het leukste om te doen was wel op de vuilniswagen meegaan. Inhoudelijk vond ik de stage bij het ROC het leukste. Omdat ik daar hele leuke gesprekken had met de studenten. Ook heb ik mogen meedraaien bij verschillende opleidingen. De band met die studenten heeft ertoe geleid dat ik ze daarna nog een aantal keer gesproken heb. Ook heb ik ze uitgenodigd met de PvdA mee te gaan naar Brussel. Dat was erg geslaagd. Naar aanleiding van de gesprekken heb ik ook vragen gesteld hoe het zit met MBO-stages.”
Je bent deze raadsperiode fractievoorzitter. Wat houdt dat in en welke extra taken heb je?
“Ik heb onderschat hoeveel extra werk het fractievoorzitterschap zou kosten. Ik ben heel bekend met de PvdA, maar nieuw als raadslid. Dan ben je voornamelijk bezig met hoe het raadslidmaatschap werkt, welke portefeuilles je op gaat pakken en wat je inhoudelijk wilt gaan doen. Het kost al veel energie om dat onder de knie te krijgen. Toen kwam de mogelijkheid om fractievoorzitter te worden. Daarin zag ik een grote uitdaging en het leek me interessant. Daar horen echter ook weer veel nieuwe taken bij. Het overleg met alle fractievoorzitters, het overleg met de coalitiepartners, het aansturen en begeleiden van je eigen fractie, het aansturen van de fractiemedewerkers, het overleg met de wethouder, afstemmen met de afdelingsvoorzitter, etc. Er komt dus veel extra werk bij kijken, wat ook wel weer leuk is en veel uitdagingen met zich meebrengt.”
Op welke inbreng ben je tot nu toe het meest trots?
“Ik heb veel onderwerpen om uit te kiezen, dat maakt de vraag wel moeilijk. Ik ga niet de vraag ontwijken hoor, maar inbreng kan om meerdere redenen mooi zijn. Omdat je er heel hard voor hebt moeten werken, omdat je iets hebt opgehaald in de stad wat nog niet bekend was in de raad of op het Stadhuis, omdat je er heel concreet iets mee hebt bereikt, of omdat iets op de achtergrond was geraakt en je het opnieuw op de kaart zet.
De meest bijzondere inbreng is dan toch de ‘China-motie’ (om de Tilburgse stedenbanden met Chinese steden te verbreken, red.). Vanwege een aantal redenen. Allereerst was het niet vanzelfsprekend dat de raad zich er achter zou scharen, dus er was een levendig debat waarin iedereen respect had voor elkaars standpunt. Ook was er al discussie over de stedenbanden in de stad, dus het was niet iets wat alleen in het stadhuis speelde. Het speelde ook onder bedrijven, organisaties en inwoners van Tilburg. Er zat daarnaast veel lees- en denkwerk in de motie, en ik had al veel mensen van tevoren gesproken over het idee. Dus het was ook wel een motie waarvoor ik hard heb moeten werken. En ik vond het mooi dat we een signaal afgaven als gemeente Tilburg. Dat we – daar waar het mogelijk is – met een open blik naar de wereld kijken en nadenken over wat onze rol daarin is. Zijn we blij met die rol of moeten we wat anders doen? Want we staan voor álle mensen, niet alleen voor de mensen in Tilburg. We hebben ook een rol in Noord-Brabant, in Nederland, in Europa en in de wereld. Ook daar mogen we af en toe bij stilstaan.”
Wil je contact opnemen met Stefan? Mail hem dan gerust op [email protected]