Op zaterdag 9 maart kopte het Brabants Dagblad ‘Onderzoek Chroom-6 te beperkt’. De PvdA Tilburg heeft het artikel met aandacht gelezen en heeft zich verbaasd zich over het antwoord van het college van Burgemeester en Wethouders. De PvdA vind de reactie voorbarig en ongepast. De PvdA Tilburg wil dat het debat z.s.m. plaatsvind en vraagt het college in de tussentijd haar verantwoordelijkheid te nemen met betrekking tot het uitvoeren van aanvullend onderzoek naar de samenstelling van de verflagen op de geschuurde treinen.
Chemicus Verschoor en toxicoloog Tytgat betogen in het artikel, onafhankelijk van elkaar, dat aanvullend onderzoek met betrekking tot de samenstelling van de geschuurde verven zinvol kan zijn. Beide onderzoekers wijzen op mogelijke gezondheidseffecten van andere stoffen dan chroom-6, zoals lood, zink, cadmium en nikkel. Stoffen die kunnen leiden tot neurologische schade en schade aan nieren of lever.
Het college van B&W reageert in de krant dat zij vooralsnog geen reden tot nader onderzoek ziet en constateert dat de onderzoekers inderdaad de vrijheid hadden daarnaast andere stoffen mee te nemen. “Als wetenschappers en het RIVM alsnog tot de conclusie zouden komen dat breder onderzoek geboden is, dan nemen we dat in overweging”. Het college ziet het besluit tot nader onderzoek niet zozeer als een politiek-bestuurlijke vraag als wel een wetenschappelijke.
De reactie van het college wordt in het zelfde artikel tegengesproken door het RIVM. Het RIVM stelt dat ‘haar hoofdopdracht was om specifiek te kijken naar chroom-6’. Over mogelijk andere schadelijke stoffen in de verf, valt nog minder te lezen. Er was ‘te weinig gedetailleerde informatie’ beschikbaar. Over aanvullend onderzoek concludeert het RIVM: “Of het wenselijk is om nog meer onderzoek te doen is uiteindelijk niet aan ons”.
Het antwoord van het college in reactie tot de chemicus, toxicoloog en het RIVM vind de PvdA Tilburg te voorbarig. Immers, de reikwijdte van opdracht aan de onafhankelijke commissie beperkte zich slechts tot gezondheidsrisico’s van mogelijke blootstelling aan chroom-6 bij werkzaamheden bij tROM. De monsters, die van geschuurde treinstellen zijn genomen, werden in het laboratorium enkel geanalyseerd om de aanwezigheid van chroom-6. Ze zijn niet onderzocht op andere zware metalen. De reacties van de chemicus en toxicoloog en de eerder geconstateerde opmerkingen van het RIVM dat uit aanvullend literatuuronderzoek blijkt dat oude verflagen vaak zware metalen als lood en chromaten bevatten, geven de PvdA Tilburg voldoende aanleiding om te pleiten voor aanvullend onderzoek naar zware metalen in de geschuurde verven. De PvdA hoopt dat dit voortschrijdend inzicht tot een andere opstelling van het college leidt.
Het antwoord van het college in de krant vind de PvdA ongepast. Door het college wordt de indruk gewekt dat het besluit tot een nader onderzoek wetenschappelijk is, terwijl de wetenschappers van het RIVM naar de gemeente wijzen. Deze onduidelijkheid vinden we ongepast richting betrokkenen. Bovendien vinden we het ongepast om via de media vooruit te lopen op het debat. De behandeling en weging van het rapport moet in de raadszaal gedaan worden en niet via de media. Terughoudendheid was op zijn plaats geweest. Het nemen van een besluit tot aanvullend onderzoek is in eerste aanleg een bestuurlijke verantwoordelijkheid.
De PvdA Tilburg wil van het college weten:
- Bent u bereid aanvullend onderzoek te laten doen naar de aanwezigheid en omvang van schadelijke stoffen in de monsters die zijn genomen van de geschuurde treinen?
- Bent u het met ons eens dat de reactie van het college voorbarig en ongepast is geweest?